
In 2024 ligt de gemiddelde pensioenleeftijd in Nederland voor het eerst boven de 66 jaar, aldsu CBS 16-04-25. En ja, dat lijkt misschien niet zo spannend – maar als je de geschiedenis in je achterhoofd hebt, is dit eigenlijk een klein wonder.
Want stel je voor: 30 jaar geleden werkte slechts 25% van de 55-plussers. Ja, je leest het goed – 25%! Als je dat nu zegt, kijkt iedereen je aan alsof je een alien hebt ontmoet. “Wat, werkten 55-plussers echt zo weinig?!” Jawel, dat gebeurde dus. De meeste mensen stopten voor hun 60e. En het was heel normaal. (Zie Kamerbrief d.d. 07-12- van oud-minister SZW J.P.H. Donner).
De radicale verandering van 25% werkende 55-plussers in de jaren ’90 naar bijna 100% in de huidige tijd is een van de meest ingrijpende verschuivingen die we de afgelopen decennia op de arbeidsmarkt hebben gezien. De VUT – Vervroegde Uittreding – bleek niet langer betaalbaar en werd per 2006 afgeschaft. Natuurlijk ging deze afschaffing gepaard met de nodige maatschappelijke commotie. Maar langzamerhand kwam het besef bij de politiek dat “mensen in de passiviteit duwen met een zak geld” – niet de beste oplossing was. Zowel de mens als de samenleving hebben baat bij een actieve levensstijl.
Het laat zien hoe diep de verandering gaat en hoe we, als samenleving, in staat zijn om onze verwachtingen en normen rond werken en pensioen te herzien.
De vraag die nu opkomt, is hoe we deze verandering kunnen vasthouden en ondersteunen. In 2024 gingen 93.000 mensen met pensioen, maar het is duidelijk dat de trend van langer doorwerken zal blijven toenemen. Vooral in sectoren zoals zorg, onderwijs, bouw en overheid zien we dat de werkende oudere generatie steeds prominenter aanwezig is. Het is een signaal dat we onze denkbeelden over ouder worden en werken voortdurend moeten aanpassen.
Bronnen
Gemiddelde pensioenleeftijd voor het eerst boven de 66 jaar | CBS
